Eric Leltz  RSS feed    

Ik ben ik en jij bent ….. anoniem

Donderdag 24 december 2009

eric leltz

Regelmatig zie ik anonieme reacties op digitale fora. Op zich getuigt dat van beschaving want juist deze anonieme reacties blinken niet uit in fijngevoeligheid en kennelijk beseffen de schrijvers dat maar al te goed en is er enig gevoel van schaamte. Maar tot zover het compliment. Want het getuigt ook van een enorme lafheid. De schaamte van de schrijvers is dan ook volkomen terecht. Verkondig je een mening doe dat dan in alle openheid. Zeker als je iemand persoonlijk aanvalt. Juist dit persoonlijke tintje maakt dat er ook een verantwoordelijkheid bij de redacties ligt. Want het duurt lang om een goede naam op te bouwen maar deze is in een mum van tijd bezoedeld. Maar die verantwoordelijkheid wordt doorgaans onvoldoende opgepakt door de redacties. Ik heb er aan het begin van deze raadsperiode nog last van gehad toen iemand onder gefingeerde naam de frustratie over het eigen onvermogen van zich afschreef. Maar ik was daarbij wel het mikpunt. Probleem is dat je jezelf hier nauwelijks tegen kunt verdedigen. Met iemand die met open vizier en argumenten probeert zijn gelijk te halen valt nog te discussiëren. Maar bij anonieme reacties gaat dit veel lastiger. En ga je toch in discussie dan gaat dit dus niet alleen indirect via de pers, maar je bent als het ware ook in gevecht met een sluipschutter. En dan is de kans op misverstanden levensgroot. Daarom moet je anonieme reacties eigenlijk ook langs je heen laten gaan. Maar dat geeft zeker bij ongenuanceerde reacties soms ook een onzalig gevoel. Laatst heb ik wel gereageerd naar een grote onbekende die zijn (of haar?) reactie schreef onder het pseudoniem “kritische kiezer”. Ik heb deze onbekende uitgenodigd om in de eerstkomende fractievergadering op bezoek te komen of om mij uit te nodigen op een ander tijdstip. Dat uitnodigen gaat overigens ook weer niet zo eenvoudig want dat kan natuurlijk alleen weer via een reactie op de site.

Er ligt dus een schone taak voor de pers. Zeker nu iedereen potentieel publicist is door berichten op digitale fora te zetten. Er bestaat altijd zoiets als een redactiestatuut. En hier hoort ook een passage in te staan hoe moet worden omgegaan met anonieme reacties. Meestal kunnen deze reacties gewoon in de krant of op de site mits de schrijver bij de redactie bekend is. Maar dan moet je dit natuurlijk wel controleren. Ik heb zelf meegemaakt dat dit in genoemd voorbeeld uit het begin van de raadsperiode niet was gedaan. Achteraf excuses maken is dan wel mooi maar het kwaad is dan ook al geschied. En om de mogelijkheid voor klokkenluiders open te houden moeten deze hun berichten anoniem kunnen doorgeven maar dan is het aan de redactie om hier wel of niet actie op te ondernemen. Daarom een oproep aan de plaatselijke pers om te zorgen dat anonieme reacties niet meer mogelijk zijn.

Oh ja, weinig verrassend wellicht, maar de “kritische kiezer” heeft niets meer van zich laten horen.

    

Geplaatst in integriteit | Er is 1 reactie

Wie goed doet, goed ontmoet

Zondag 06 september 2009

eric leltz

Afgelopen week spraken we in de commissie vergadering over de wachtgeldregeling voor ex raadsleden. In de ogen van D66 en GroenLinks/Progressief Ede is dit een misplaatste en overbodige en regeling.

Misplaatst omdat in deze tijd van crisis ook voor raadsleden enige soberheid past. Als middel tegen de kredietcrisis is het natuurlijk maar een druppel op een gloeiende plaat. Het gaat immers in totaal om 15.000 euro per jaar. “Waar heb je het over” werd dan ook door de Christen Unie gezegd. Maar voor veel mensen en organisaties is dat toch een groot bedrag. Dus om daar nu zo smalend over te doen. Voor de fractie van het CDA is het juist wel een substantieel bedrag. Zij gaven aan dat met het afschaffen van de regeling wel eens moeilijk zou kunnen worden om aan nieuwe raadsleden te komen. Met de regeling kun je aankomende raadsleden over de streep trekken. Bizar als je er bij stil staat. Welk serieus aankomend raadslid vraagt naar wat er te vangen valt na afloop van de raadsperiode?

Overbodig is de regeling omdat het afbreukrisico voor raadsleden gering is. In tegenstelling tot openbare bestuurders als ministers en wethouders is het raadslidmaatschap een deeltijd baan en zijn raadsleden er vrij zeker van dat ze de raadsperiode van 4 jaar uitzitten. Als je in de raad stapt weet je ook dat dit voor 4 jaar is. Langer duurt het niet want dan staan weer nieuwe verkiezingen voor de deur: nieuwe ronde, nieuwe kansen. En omdat het om een deeltijd baan gaat, hoef je dus ook je baan niet op te geven.

De regeling gaat er over dat een raadslid een beroep kan doen op de wachtgeldregeling na de raadsperiode. Als het nu om een opvang tijdens de raadsperiode gaat wil ik dat nog wel als wisselgeld inleveren. Maar na de raadsperiode! Vrijwel alle fracties waren tegen het afschaffen van de regeling. En allerlei bezwaren passeerden de revue. Hoe zit het in dit geval? En in dat geval? Allemaal individuele gevallen. Ook klopte de naamgeving “wachtgeldregeling” van het voorstel niet want …. Ik heb al niet onthouden waarom want als het daar echt omgaat dan passen we toch gewoon de naamgeving aan. Ik zie het allemaal als het optrekken van een rookgordijn om te kunnen zeggen dat zolang nog niet alle vragen zijn beantwoord geen uitspraak kan worden gedaan. Vluchten dus.

Belangrijker is natuurlijk dat we met het afschaffen van de regeling het signaal afgeven dat wij ook bereid zijn om in te leveren. Ook al is het niet veel en misschien gemakkelijk, we doen het toch maar. Het gaat natuurlijk om de strekking van het voorstel en als je daar in gelooft dan heb je geen antwoorden op vragen nodig. Juist door te vragen hoe het zit in dit geval of in dat geval geef je aan je eigen belang maar moeilijk los te kunnen laten. En natuurlijk ga je er op achteruit als je instemt met de regeling.

Met het vasthouden aan de regeling geven de fracties aan dat ze goed voor zichzelf zorgen. Zoals het spreekwoord zegt “Wie goed doet, goed ontmoet”. Maar geldt dat ook als je goed voor jezelf zorgt?

  

In vertrouwen

Maandag 29 juni 2009

eric leltz

In de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling van donderdag 25 juni gaf de fractie van D66 aan dat een vertrouwelijk stuk over de Europese aanbesteding van het Nieuwe Landgoed gewoon op de website van de gemeente staat. En daarmee is het stuk dus openbaar, zo stelde zij. De fractie van de Christen Unie reageerde hier meteen op door te vragen of het niet de plicht is van een raadslid om een fout te melden zodat de belangen van de gemeente niet worden geschaad. En als dit zo is, zo vroegen zij zich af, wat zijn dan de gevolgen voor een raadslid dat toch uit de school klapt. Ik heb als voorzitter van de commissie toegezegd deze vragen door te spelen aan de burgemeester.

Zelf zit ik er gemakkelijk in en til er allemaal niet zo zwaar aan. Er is ergens in de organisatie een fout gemaakt en dat kun je melden maar dat hoef je niet te doen. En als je het niet doet is dat voor mij niet meteen laakbaar. Zeker als het heel goed uitkomt. En het komt goed uit voor de fractie van D66 want zij zijn wel altijd een van de grootste criticaster geweest over de wijze van Europees aanbesteden door de gemeente in het algemeen en van het Nieuwe Landgoed in het bijzonder. De informatie die wij ongeveer twee maanden geleden al in vertrouwen hebben ontvangen is nooit geschonden door hen. Dat is voor mij wel heel relevant. Pas nadat de gemeente weliswaar door een fout, de vertrouwelijke informatie op haar website heeft gezet, komen zij er mee naar buiten.

Je kunt nog wel de vraag stellen of alle informatie die nu vertrouwelijk is wel vertrouwelijk moet zijn. Als raadslid overkomt de vertrouwelijkheid je meestal. Je krijgt een vertrouwelijke mededeling en vooraf weet je niet wat de inhoud is. Pas als je dit weet kun je beoordelen of je het zelf als vertrouwelijke informatie zou behandelen. Maar ja, dan zit je al midden in het vertrouwensritueel en kun je niet anders dan er over zwijgen. Voor een buitenstaander lijkt het dan al snel op achterkamertjes politiek. Dat kun je voorkomen door niet meer met vertrouwelijke informatie te werken. Door transparant te zijn hoor ik al op de achtergrond. Maar daar past toch enige nuance. Een gemeente is ook een bedrijf en zit soms in een onderhandelingsproces waarbij het niet past om alle kaarten op tafel te leggen. Of het gaat om personen waarbij je rekening moet houden met de privacy. Enige vorm van vertrouwelijkheid zal er dus wel moeten zijn om een stad goed te kunnen besturen. Maar hanteer het wel met mate. 

    

Onder de pet?

Zaterdag 13 juni 2009

eric leltz

In Edestad las ik dat de fractie van D66 openheid wil over een recent uitgevoerd onderzoek naar vermeende misstanden bij Permar. De suggestie wordt gewekt alsof het rapport onder de pet wordt gehouden. Voor mijn fractie is niets minder waar en ik heb ook niet de indruk dat andere fracties dit willen. Maar de fracties zijn even nog niet aan zet. Aanleiding voor het onderzoek is een breed verspreide anonieme brief. Het dagelijks bestuur van Permar reageerde hier direct op door een onderzoek te starten. En het rapport is hier een weerslag van. Jammer is wel dat bij het onderzoek maar met een paar mensen is gesproken en dat daar niemand van de werkvloer bij zat.

In de anonieme brief stonden 25 misstanden. Soms kun je de schouders hier over ophalen en soms moet  je de wenkbrauwen fronsen. De pijlen in de anonieme brief zijn vooral gericht op directeur en oud PvdA wethouder Spiegelenberg. Inmiddels heb ik kennis mogen nemen van het rapport. En natuurlijk moet dit rapport zo snel mogelijk openbaar worden gemaakt. Maar dit is een eerste instantie wel aan de opdrachtgever. En dat is dus het dagelijks bestuur. Maakt zij het rapport niet op korte termijn openbaar dan zal mijn fractie hierop aandringen. Dit omdat Permar een zogehete verbonden partij is met zowel een bestuurlijke als financiële relatie met de gemeente. Daarom voelt mijn fractie hier ook een sterke verantwoordelijkheid in. Als het rapport niet openbaar wordt gemaakt geeft dat alleen maar voeding aan meer geruchten. En dit is niet goed voor de sfeer binnen Permar.  In het rapport staan overigens zaken waar je vraagtekens bij kunt zetten. Maar daarmee zijn het niet meteen misstanden, al roep je dat dan wel snel over jezelf af. Dat is dan ook gebeurt. En dan gaat men zoeken en soms dus naar spijkers op laag water. Maar niet altijd. Het rapport geeft mijn fractie geen geruststellend gevoel. Het dagelijks bestuur schrijft dat “er geen onderbouwing is gevonden voor de beweringen die in het anoniem schrijven worden gedaan” en dat “het risico van beschadiging van de Permar en/of haar algemeen directeur is uitgesloten”. Was het maar zo. Ook in een door mij ontvangen intern memo van Permar wordt wat al te luchtig gedaan als wordt geschreven dat “is aangetoond dat geen van de 25 aantijgingen op waarheid berust”. Dat is dus onjuist. Zo fungeert de dochter van de directeur wel degelijk als kraakwacht voor een woning van Permar zonder huur te betalen en heeft de directeur wel degelijk een forse rekening gekregen voor het ontvangen van voetbaluitslagen via SMS op kosten van de zaak. Dat wordt ook niet ontkend in het rapport. Wel wordt dit allemaal gezien als “binnen de marges”. En daar denkt een deel van de medewerkers dus duidelijk anders over.

Natuurlijk kan het openbaar maken van het rapport vervelend zijn omdat dan zaken op straat komen te liggen waarvan je liever hebt dat ze niet breed bekend zijn. Maar dat moet je dan maar voor lief nemen. De feiten tonen ook een onnozelheid en onhandigheid aan die eigenlijk niet mag voorkomen op professioneel managementniveau. Of is het dan toch een gevoel van onaantastbaarheid dat na verloop van tijd de overhand gaat nemen? Laat het een les zijn voor alle bestuurders om niet iets te doen waar je achteraf een ongemakkelijk gevoel bij krijgt.

 

Archief



Rubrieken