Eric Leltz  RSS feed    

Schikking

Vrijdag 29 maart 2013

geld

Mijn WOB verzoek om te achterhalen welke afspraken zijn gemaakt tussen de directie van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en de Raad van Toezicht (RvT) van woningcorporatie SGBB heeft nog niet veel opgeleverd. Ik heb een "Besluit tot afwijzing" ontvangen onder verwijzing naar art. 10, lid 2 sub g van de WOB. De overwegingen om het WOB verzoek af te wijzen zijn de volgende:

  • Eind 2011 heeft het CFV besloten voormalige leden van de RvT wooncorporatie SGBB aansprakelijk te stellen
  • De RvT betwist iedere aansprakelijkheid
  • Aansprakelijkheid is ook niet erkend door het aangaan van een schikking
  • Na overleg zijn het CFV en overige betrokkenen het eens geworden over een regeling ter vaststelling van hetgeen tussen hen rechtens geldt.
  • Als gevolg daarvan is het conflict tussen beide partijen opgelost.
  • Het CFV gaat niet over tot het instellen van een gerechtelijke procedure tot aansprakelijkheid
  • Het CFV stelt vast dat de schikking en het schikkingsbedrag het resultaat zijn van onderhandelingen waarbij beide partijen hebben beoogd dit niet openbaar te maken. Blijkens jurisprudentie (ABRS 30 mei 2012, LIN BW6910, AB2012/218) is dit een gerechtvaardigde grond voor weigering die valt onder art. 10, lid 2 sub g van de WOB (onevenredige benadeling)

Duidelijk is dat de RvT van SGBB een schikkingsbedrag heeft betaald. Nadrukkelijk wordt hierbij geschreven dat de RvT hiermee niet de aansprakelijkheid erkend. Ik neem dit antwoord in nader beraad.

WOB verzoek

Maandag 18 februari 2013

eric leltz

Aan het Centraal Fonds Volkshuisvesting

Ede, 14 februari 2013

Geachte heer,

Op 8 februari 2013 heeft u een nieuwsbericht doen uitgaan inzake het geschil tussen de SGBB en uw fonds. U deelt in genoemd bericht mee dat u en de voormalige leden van de Raad van Toezicht een schikking hebben getroffen. Een dergelijke schikking betreft over het algemeen een overeenkomst tussen twee partijen waarmee het conflict is opgelost alvorens een rechter een uitspraak heeft gedaan.

Een van voormalige leden van de Raad van Toezicht van SGBB is de huidige wethouder van de gemeente Ede de heer E. van Milligen. De fractie van GroenLinks/PE hecht aan een integer gemeentebestuur. Echter het handelen van de heer Van Milligen als lid van de Raad van Toezicht van bovenvermelde Stichting kan door onze fractie niet getoetst worden, omdat door u geen nadere mededelingen worden gedaan. Daarnaast deelt u niet mede welk bedrag aan u is betaald om tot een schikking te kunnen komen. De fractie van GroenLinks/PE wenst kennis te nemen van de schikking en wenst kennis te nemen van het bedrag dat met de schikking is gemoeid. Louter op die wijze kan de fractie van GroenLinks/PE beoordelen of de heer Van Milligen in deze integer heeft gehandeld en of de heer Van Milligen door ons momenteel als een integer bestuurder kan worden beschouwd. U deelt mee dat op basis van de BCA-polis aan het CFV een bepaald bedrag is betaald. Genoemde bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering dekt de financiële gevolgen van persoonlijke aansprakelijkheid voor fouten begaan in de hoedanigheid van bestuurder of commissaris. Het uitbetalen van het bepaalde bedrag houdt feitelijk in dat op deze wijze erkend wordt dat mogelijk de heer Van Milligen fouten kan hebben begaan in zijn functie als lid van de Raad van Toezicht van SGBB. Derhalve verzoek ik u om alle informatie met betrekking tot de schikking en het betreffende bedrag aan ons te verstrekken.

U kunt dit verzoek beschouwen als een Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzoek. Uw antwoord zie ik binnen de wettelijke termijn van 4 weken tegemoet. Bij voorbaat mijn dank voor de beantwoording.

Met vriendelijke groet,

Eric Leltz, Fractievoorzitter GroenLinks/PE

Meineed

Donderdag 17 januari 2013

anker in Zierikzee

Is een ambtseed belangrijker dan een verklaring onder ede? Ik moest hier aan denken door een krantenartikel. Hierin stond een rechtszaak beschreven waarbij een jongen terecht stond voor het beledigen en bedreigen van een politieagent. Twee agenten hadden onder ambtseed verklaard dat de jongen had geroepen de agenten dood te schoppen. Als getuige was een vriend van de jongen opgeroepen die onder ede ontkende dat zijn vriend die uitspraak had gedaan. De officier reageerde hierop door te vragen of de jongen zich realiseerde dat hij twee agenten tegensprak en zich dus mogelijk schuldig maakte aan meineed. Dat besefte de vriend maar hij bleef bij zijn standpunt.

Wel curieus van de rechter. Trapt hij niet in zijn eigen (psychologische) val? Wat je namelijk het eerste hoort blijft hangen als anker. Wat je daarna hoort moet dit beeld weerleggen. En dat is lastig want dan moet je met onweerlegbare feiten komen. En in een welles/nietes kwestie als deze zaak is dat welhaast onmogelijk. Is voor de rechter het ambtseed van een politieagent soms meer waard dan een verklaring onder ede van een burger? Want de vraag of de agenten wel beseften dat ze mogelijk meineed plegen werd niet gesteld. Terwijl het ook daar goed kan zijn dat collega's elkaar dekken. Zoals vrienden soms ook wel eens doen. En, wat vindt u?

Naar Parma of naar Kernhem?

Maandag 14 januari 2013

Eric Leltz

Het Brabantse provinciebestuur wil rustig en ongestoord kunnen vergaderen. Daarom reist zij af naar het Italiaanse Parma. Daar wordt je niet afgeleid door de "waan van de dag". Maar dit kan ook keurig veel dichterbij. Zeker in deze tijd van het jaar zal dat op een van de waddeneilanden goed mogelijk zijn. Heerlijk geïsoleerd, want als de boot niet meer vaart, kom je niet van het eiland af. Maar ook in bijvoorbeeld Ede zijn de bestuurders hartelijk welkom. Mooie locaties in een inspirerende omgeving waar je ongestoord kunt vergaderen zijn ruim beschikbaar. En alle locaties kunnen heerlijk te voet of op de fiets worden verkend. Na deze wandeling of fietstocht kan het niet anders of de inspiratie spat uit de Brabantse deelnemers.

Terecht dat minister Plasterk zich nu ook heeft uitgelaten over het voorgenomen reisje naar Parma. Als bestuurders in deze tijd van bezuinigen niet beseffen dat enige soberheid van de overheid mag worden verwacht, dan zijn ze of

  • gigantisch arrogant om te denken boven de aantijgingen te kunnen staan of
  • ze hebben geen grip op hun ambtenaren of
  • ze staan ontzettend ver af van de werkelijkheid

In alle gevallen past het om goed na te denken of je wel een bestuurder van deze tijd kunt zijn.

Archief



Rubrieken