Eric Leltz  RSS feed    

Een congres voor raadsleden

Zaterdag 29 september 2007

Er bestaat een heuse vereniging van raadsleden en vandaag hielden zij hun jaarcongres. Ik ben er heen geweest maar hoefde daarvoor niet ver te reizen. Het was namelijk hier in Ede, in de Reehorst. Het programma bestond uit een dertigtal workshops die verdeeld over de dag werden gegeven. Gezien de lengte van de workshops kon je er drie uitkiezen. Ik heb gekozen voor de workshops

  • “hoe financieel gezond is uw gemeente?”,
  • “de begrotingscyclus” en
  • “effectief raadsinstrumenten benutten”.

De keuze viel dus op workshops met een zekere financiële inslag. Dit heb ik gedaan met het oog op de raadsvergaderingen van november. Alle bekende begrippen kwamen weer langs: risico inventarisatie, weerstandsvermogen, rente politiek. Het leuke van de eerste workshop die werd gegeven door Deloitte, de huisaccountant van de gemeente Ede, waren de vele voorbeelden. Niet de begrippen stonden centraal maar het gebruik van deze begrippen in relatie tot de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Het werd me duidelijk dat je op grond van de cijfers niet zomaar kan zeggen dat het goed of slecht gaat met een gemeente. Het gaat juist om het verhaal er achter. Zo kan een gemeente met een laag weerstandsvermogen er veel beter voorstaan dan een gemeente met een hoger weerstandsvermogen omdat bijvoorbeeld verbonden partijen eigen buffers hebben en de gemeente hiervoor dus geen reserve hoeft aan te houden. En zo kregen de cijfers ineens een gezicht. Bij de workshop over de begrotingscyclus kwam het instrumentarium om de kaders te stellen en te controleren aan de orde. Afhankelijk van de missie en strategie van de gemeente bepaal je hoe je stuurt. Als de gemeente klantgericht wil zijn past daar een andere sturing bij dan wanneer ze doelmatig wil zijn of wanneer ze transparantie belangrijker vindt. Ook het onderscheid tussen output en outcome was weer een opfrisser voor mij. Maar wel goed om weer te weten. Output kun je ook vertalen in doelmatigheid en outcome in doeltreffendheid. Dus meer het effect dat een maatregel heeft. De laatste workshop ging over het gebruiken van raadsinstrumenten. De waarde van de workshop zat hem niet in de nieuwigheid want eigenlijk wist ik alles wel of ik had er wel eens van gehoord Het was meer alsof ik met mijn eigen gereedschapskistje kwam binnenlopen en de kenner er alle instrumenten uit haalde en even demonstreerde hoe je ze het beste kan gebruiken. En dit is af en toe best wel handig. Al met al kijk ik terug op een goed bestede dag. Hoewel het congres in Ede was, waren er niet zoveel raadsleden uit Ede. Ik telde er inclusief mijzelf 9. Waarvan er 5 van het CDA. D66, PvdA en VVD ontbraken. Ach, soms schitter je door je aanwezigheid en soms schitter je door je afwezigheid.

Vertrouwen in de politiek

Vrijdag 28 september 2007

Vanochtend kwam ik op het station toen de blik van een jongedame mijn blik kruisde. En toen ze ook nog vriendelijk begon te lachen en op mij afliep dacht ik "dit is mijn dag". Ze noemde mij bij naam en zei toen: “Goed dat GroenLinks kritisch is over de problemen in de thuiszorg” waarna een voorbeeld over de slechte uitvoering van de zorg uit haar eigen omgeving volgde. Dit soort directe contacten doen je beseffen dat je als raadslid ook echt volksvertegenwoordiger kunt zijn. En doe je dit goed en integer dan krijgt de burger ook vertrouwen in de politiek. Dat mag ook wel want de laatste tijd heeft dit vertrouwen een flinke knauw gekregen. En dan denk ik aan het gedraai bij de PvdA over het niet geven van steun aan een referendum over het Europese hervormingsverdrag. Dit in tegenstelling tot wat in hun verkiezingsprogramma staat. Kiezersbedrog hoorde ik al een PvdA-er zeggen. En dan nog kunnen er best redenen zijn om terug te komen op eerder ingenomen standpunten. Ik sluit niet uit dat ze ook bij de PvdA af en toe het licht zien, maar leg dit dan fatsoenlijk uit. En voorkom dat je de indruk achterlaat dat het ene standpunt gemakkelijk kan worden ingeruild voor een ander standpunt. Eerder liet de PvdA ook al het parlementaire onderzoek naar Irak lopen. Het lijkt er op dat er een hoge prijs moet worden betaald voor regeringsdeelname. Iets meer staan en vechten voor de goede zaak kan geen kwaad. Ook door het burgemeestersreferendum in Utrecht zal de geloofwaardigheid van de politiek niet worden vergroot. Twee kandidaten van dezelfde partij waarvan een al aangeeft dat de hele procedure op de schop moet. Tja, wat moet je daar nu mee? En dan de manier waarop ze elkaar de tent uit “bek”vechten. Het is allemaal niet fraai. En dan heb ik de interne problemen bij de VVD nog niet eens genoemd. Maar laat ik er maar over ophouden want ook lokaal hebben we al een negatieve duit in het zakje gedaan. Denk nog aan de integriteitsproblemen van bijna een jaar terug bij de fractie van de Christen Unie. Of, om dichter bij huis te blijven, de manier waarop kritiek op mij werd geuit nu bijna een halfjaar geleden. Met ingezonden brieven onder een gefingeerde naam. Het wordt er niet fraaier en eerlijker op als mensen niet over hun eigen schaduw heen kunnen stappen en dus het eigen belang laten prefeleren boven het partijbelang en vervolgens vinden dat het doel de middelen heiligt. Ook aan GroenLinks/PE kleeft helaas wel eens een smetje. Dit zijn wel mijn momenten van plaatsvervangende schaamte. Maar gelukkig zijn er dan nog burgers als de jongedame op het station die je weer terugbrengen tot de essentie, je blijven inzetten voor de medemensen. Alleen al die bevestiging maakte dat het inderdaad mijn dag werd. En zeker weten dat je daar energie van krijgt. Ik ben alweer onderweg.

Een extra vergadering van de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling

Maandag 24 september 2007

Vanavond was er een extra vergadering van de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling. Normaal gesproken vergaderen we een keer per maand maar deze keer mogen we maar liefst drie keer naar de raadszaal. Vorige week, vanavond dus en ook nog volgende week dinsdag. Het was vanavond niet echt “shocking”. Drie onderwerpen:

  1. het opnemen van de mantelzorg in bestemmingsplannen,
  2. het jaarverslag van de welstandscommissie en
  3. een presentatie over een inventarisatie van het buitengebied.

Bij het eerste punt gaat het om het mogelijk maken van mantelzorg bij de eigen woning. Hiervoor zijn vaak bouwkundige aanpassingen nodig maar dit is soms in strijd met het bestemmingsplan. Het voorstel gaat er over om mantelzorg desondanks toch mogelijk te maken. Mijn fractie is hier voor maar zit wel met het probleem van de handhaving. Het gaat om een tijdelijke voorziening. Maar wat is tijdelijk? En wat is mantelzorg? En wat doe je met het bijgebouw als de mantelzorg niet meer wordt gegeven? Allemaal vragen waar het college ook mee zit. In een reactie geven ze aan achter het initiatief voorstel te staan maar juist op het punt van de handhaving nog haken en ogen te zien. Afgesproken is dat in de raad van volgende week donderdag een aangepast raadsvoorstel komt waar de juridische problemen in worden weggenomen. Dan het jaarverslag van de welstandscommissie. De gehele commissie was aanwezig en de voorzitter gaf een toelichting op het verslag. Ik ben in juni mee geweest op excursie met de commissie. Vele voorbeelden uit het verslag passeerden toen de revue. Toen werd me ook duidelijk hoe architecten soms inventief de grenzen van de kaders opzoeken. Deze kaders staan beschreven in de welstandsnota. De commissie doet ook een aantal aanbevelingen. Mijn fractie staat hier achter. Als laatste de inventarisatie van het buitengebied. Ede bestaat uit 32.000 hectare buitengebied. Hiervan is 20.000 hectare natuurgebied en 12.000 hectare agrarisch buitengebied. Daarnaast is er ook nog 10.000 hectare stedelijk gebied. Van de 107.000 inwoners wonen er 39.000 in de dorpen en 11.000 in het buitengebied. De inventarisatie is gedaan aan de hand van een enquête en door middel van locatie bezoek. Hiermee wordt een beeld gekregen van het buitengebied waarmee de nieuwe bestemmingsplannen kunnen worden gemaakt. Er deed zich ook nog een beschamend moment voor. Op de agenda stond een punt over het afwijzen van planschade van een ondernemer. Dit punt was al als hamerstuk afgekaart toen zeker een uur later de voorzitter er achter kwam dat er een inspreker op dit punt was. Deze inspreker kreeg nog wel de gelegenheid om dat te doen maar het waren natuurlijk parels voor de zwijnen. Het besluit was al gevallen. Weer een burger die zwaar teleurgesteld zal zijn in de gemeentelijke democratie. Overigens heb ik al vaker geschreven dat burgers veel te laat van zich laten horen. In een commissie vergadering zijn de kaarten meestal al geschud en dan heeft inspreken niet echt veel zin meer.

Opella moet niet zeuren

Zaterdag 22 september 2007

Deze week ontvingen alle politieke partijen ook een brandbrief van Opella over de ontstane situatie in de thuiszorg. Het stemt allemaal somber. In tegenstelling tot wat de heer Hazelaar, voorzitter van de raad van bestuur van Opella, mij op 3 september heeft gezegd zal het probleem van de ontbrekende thuiszorg ook na september nog niet zijn opgelost. Het geeft maar weer aan dat de organisatie totaal geen zicht heeft op de (nabije) toekomst. En wat mag je op zijn minst verwachten van het management? …… Inderdaad, een naar buiten gerichte blik met oog voor de toekomst. Ook valt te lezen dat het een landelijk probleem betreft en dat Opella met de gemeente een wurgcontract heeft moeten afsluiten omdat ze anders een paar honderd medewerkers hadden moeten ontslaan. Het komt allemaal niet sterk over. Had dan beter onderhandeld. Het getuigt allemaal niet van het denken in oplossingen en alleen daar zijn de mensen die nu tijdelijk geen hulp ontvangen mee geholpen. Een terechte opmerking is dat er in vergelijking met vorig jaar een flinke verschuiving heeft plaats gevonden van de huishoudelijke hulp in combinatie met zorg naar alleen licht huishoudelijke hulp. Waar vorig jaar nog 25% van de verleende zorg licht huishoudelijke zorg betrof is dat nu 75%. En de contracten zijn wel opgesteld op grond van de oude cijfers en de hogere vergoedingsbedragen die hier bij horen. En het personeelsbestand is ook gebaseerd op de oude situatie. Maar daar stel ik tegenover dat het bij het afsluiten van contracten wel zaak is om de markt te kennen en inzicht te hebben in de toekomstige ontwikkelingen. Zakelijk heeft de gemeente het in ieder geval beter gespeeld dan de zorginstellingen. Hen wordt dan ook naïviteit verweten. Nu is de gemeente natuurlijk geen bedrijf met primair een winstdoelstelling en mag je ook een sociaal gezicht verwachten. Maar ook daar scoort de gemeente goed want, en dat wordt nog wel eens vergeten, zij heeft een overgangsregeling voorgesteld waarbij dit jaar de vergoeding voor huishoudelijke hulp gebaseerd is op de hogere vergoeding voor huishoudelijke hulp inclusief zorg. Vandaar, en ik herhaal het nog maar eens: “Opella moet niet zeuren”. Lik liever je wonden, pak de draad op, gebruik de overgangsregeling als overbrugging om orde op zaken te stellen en onderhandel de volgende keer beter.

Geplaatst in WMO | Er zijn geen reacties

Archief



Rubrieken