Eric Leltz  RSS feed    

Het symposium "een stip op de horizon"

Donderdag 15 mei 2008

Deze avond was in het gemeentehuis een mede door GroenLinks/PE georganiseerde thema avond over duurzaam bouwen. Aanleiding was de door onze fractie samen met de VVD geschreven notitie “een stip op de horizon”. Deze notitie beschrijft wat we in een breed kader kunnen doen aan duurzaamheid. Het gaat dan over bijvoorbeeld:

  • duurzaam inkopen,
  • het gebruik van duurzame materialen,
  • mobiliteit en
  • duurzaam bouwen

En op dit laatste onderwerp lag deze avond de nadruk. De reden hiervoor zijn de bouwplannen die in de steigers staan in Kernhem en Ede-oost. Wil je echt duurzaam bouwen dan moet je hier namelijk vroeg bij zijn. Als de eerste spade de grond in gaat ben je eigenlijk al te laat. Mogelijkheden als “zongericht bouwen” en “lessenaardaken op de huizen” zijn dan al gepasseerd. Maar niet alleen in de nieuwbouw liggen er mogelijkheden voor duurzaamheid. Juist in de bestaande bouw hangt nog veel “laaghangend fruit”. En het percentage bestaande woningen is vele malen hoger dan het aantal nog te bouwen woningen. Dus hier valt nog een hele slag te maken. Drie organisaties gaven vanuit hun eigen invalshoek aan hoe je duurzaamheid het beste op de radar van de beslissers kunt krijgen. Bouwend Nederland, de werkgevers organisatie, gaf aan dat je duurzaamheid vorm moet geven in convenanten waar de gemeente, de projectontwikkelaars en de aannemers zich aan conformeren. Door deze randvoorwaarden creëer je draagvalk. SenterNovem, de organisatie die namens de overheid duurzaamheid onder de aandacht moet brengen, gaf aan dat je als gemeente een duidelijke visie moet hebben op duurzaamheid. En daar hoort ambitie bij want "anders zet je woningen neer die na 5 jaar al niet meer voldoen aan de milieueisen." En er is lef nodig om deze visie ook uit te dragen. Uit het praktijkverhaal van Woningbouw vereniging Oost Flevoland bleek nog maar eens hoe waar dit is. Je moet in duurzaamheid geloven en het dan gewoon doen. En als je de lange termijn in de gaten houdt dan zie je ook mogelijkheden. Dan zie je dat het met de stijgende energieprijzen loont om te isoleren want de kosten om het huis te verwarmen maken een steeds groter deel uit van de totale woonlasten. Dan mag de huur wel iets hoger zijn maar als het huis beter onderhouden en beter geïsoleerd is ben je met je woonlasten toch goedkoper uit. En als je dan bedenkt dat veelal de mensen met een smalle beurs in de huizen met lage huren wonen en deze huizen dus minder goed geïsoleerd zijn zitten die mensen wel vaak met hogere woonlasten. Waar blijf je dan als je alleen focust op een lage huur. Als je iets niet wil dan zijn er altijd redenen genoeg om het niet te doen. Zo haalde iemand uit de zaal de wijk Vathorst in Amersfoort aan. Daar was volgens hem de duurzaamheid doorgeschoten. Om het ventilatiesysteem goed te laten werken konden de ramen niet meer open. Maar het ventilatiesysteem werkte niet goed en de mensen werden ziek. Het gaf maar weer eens aan dat je naar de totale keten moet kijken. Niet alleen de installatie van het systeem moet goed zijn maar ook het onderhoud. En zelfs als dat allemaal goed is dan is er nog de mens die roet in het eten kan gooien. Dat heb ik op 4 april bij mijn werkbezoek aan Zoetermeer over het gebruik van warmtepompen wel gezien. Daar werd het systeem van warmtepompen gebruikt alsof het een centrale verwarming is die snel kan opwarmen. Maar warmtepompen verwarmen juist geleidelijk en moeten dus ook anders worden gebruikt. Dit betekent dat de invoering van een dergelijk systeem ook goed begeleid moet worden. En niet even bij de oplevering maar gedurende het gehele eerste jaar van gebruik. Hier zullen we op blijven hameren.

Individuele warmtepompen met een collectieve bron voor Kernhem

Dinsdag 13 mei 2008

Vandaag kwam de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) drie keer in actie: een gezamenlijke vergadering met de commissie Beheer Fysieke Omgeving (BFO), een keer openbaar als RO en een keer besloten. En dat allemaal op één avond. Als voorzitter had ik mijn handen vol om alles in goede banen te leiden zodat de vergaderingen goed op elkaar aansloten. In de gezamenlijke vergadering kwamen de ontsluiting Ede-Oost en de warmtevoorziening in Kernhem aan de orde. Hier is al heel veel over geschreven en gezegd. Toch hebben een aantal fracties nog tijd nodig om te kunnen beslissen. Wij kunnen er kort over zijn. Wat betreft Ede-oost is een ontsluiting via de Oost kant geen optie. Daar liggen teveel obstakels. Dat wisten we meer dan een jaar geleden ook al. Dus voor ons hoeft ook geen ruimtereservering te worden gemaakt. Dat geld besteden we liever aan sociale doelen zoals bijvoorbeeld woningbouw. De 30% sociale woningen wil maar niet van de grond komen. We zoeken de ontsluiting via de westkant en dan kunnen we ons goed vinden in de A2 variant. Het onderzoek naar de toekomstvastheid van het Edese wegennet op lange termijn (na 2020) en de mogelijkheid tot capaciteitsuitbreiding na die tijd, ondersteunen ons in deze keuze. Wel vinden we het van belang dat er een oplossing wordt gevonden voor de doorsnijding van de groene wig tussen Ede en Bennekom.

Wat de energievoorziening in Kernhem betreft is de keuze voor individuele warmtepompen met een collectieve bron een goede en verantwoorde keuze. De opmerkingen van het college over het toepassen van zonnecollectoren klinkt een stuk krachtiger dan bij de beantwoording van de raadsvragen van de fracties van de VVD en mijn fractie over dit onderwerp nog niet zo heel lang geleden. Jammer is wel dat het college vindt dat dit niet mag leiden tot meerkosten. Dit is weer zo’n korte termijn gedachte. Als je een visie op de toekomst hebt, dan durf je ook een toekomstvast besluit te nemen waar de volgende bewoners ook van kunnen profiteren. Je moet dus niet alleen naar de aanschafkosten kijken maar ook naar de gebruikskosten. En met de stijgende energieprijzen maken die een steeds groter deel uit van de woonlasten. Daar moet je dus naar kijken als je het over duurzaamheid hebt.

In gesprek over duurzaamheid

Maandag 21 april 2008

Deze ochtend was ik in Gouda. Ik had daar op kantoor van Alexander Vos de Wael een gesprek met Niels Ruyter van Bouwend Nederland. Niels is een van de sprekers op het symposium “een stip op de horizon” over duurzaam bouwen. Alexander en ik hebben al gesproken met de andere sprekers. Op deze wijze kunnen we de voordrachten op elkaar afstemmen en zorgen dat de lezingen elkaar aanvullen in plaats van overlappen. In de middag was ik weer terug in het gemeentehuis. Daar had ik een gesprek met Albert Schol, lid van provinciale staten van Gelderland. Albert is discussieleider op het eerder genoemd symposium. Nadat de sprekers hun verhaal hebben gehouden is er een plenaire discussie. We hebben besproken hoe we deze discussie in goede banen gaan leiden. Aansluitend had ik een vergadering van de agendacommissie. Deze commissie stelt de agenda’s van de raadsvergadering en de commissies op. We waren er snel klaar mee. In de avond hadden we een ingelaste fractievergadering. We hebben gesproken over onze strategie voor de komende twee jaar. We zitten halverwege de raadsperiode en dan is het goed om terug te kijken maar vooral om vooruit te kijken. Waar gaan we de accenten leggen en op welke wijze gaan we dit doen? Het was een constructieve vergaderingen waar we met elkaar goede afspraken hebben gemaakt.

Groene gebouwen hebben de toekomst

Donderdag 17 april 2008

Vandaag ben ik naar de conferentie “groene gebouwen hebben de toekomst” geweest. En de conferentie was niet in een of andere congreshal maar in een energieproducerende kas. Dit kan bijvoorbeeld door zonneenergie op te vangen via het dak. Waar tuinders nog niet zo lang geleden energieverslinders waren zijn het energieleveranciers geworden. In plaats van een paar grote energieleveranciers gaan we naar vele kleine leveranciers die lokaal energie opwekken. Vergelijk het met de ontwikkeling van de computer: van mainframes naar huiscomputers. Zo kan de veiling in Ede ook een energieleverancier voor de bedrijven in de omgeving worden. Kleine lokale systemen hebben vele voordelen:

  • geen lange transporten van energie door lokale opwekking,
  • snelle terugverdientijd omdat de investeringen lager zijn,
  • daardoor sneller inspelen op technische ontwikkelingen.

Het ging vandaag over praktijkvoorbeelden maar ook hoe je “duurzaam bouwen” tussen de oren kunt krijgen. Het sloot dus goed aan op de notitie “een stip op de horizon”. Wel mooi om te zien dat er op veel plaatsen initiatieven gaande zijn met betrekking tot duurzaamheid. En ook werd mij duidelijk dat er nog heel veel moet worden gedaan om duurzaamheid prominent op de agenda te krijgen omdat je toch tegen de gevestigde orde en regels moet opboksen. Een mooi voorbeeld van het laatste zijn de problemen die lokale opwekkers van stroom hebben om deze stroom terug te leveren aan het net omdat de "grote jongens" hier geen belang bij hebben. Zij willen hun eigen stroom produceren en verkopen. Daarna meteen door naar de hoorcommissie bestemmingsplannen. Het buitengebied van Ede is opnieuw in kaart gebracht en daar zijn nu veel zienswijzen op ontvangen. In de hoorcommissie kunnen de indieners een korte reactie geven. Grappig om te zien hoe mensen soms naar zichzelf toe redeneren. Zo gaf een inspreker aan dat een gebied voor recreatiewoningen eigenlijk niet meer kan worden bestempeld als recreatiegebied omdat het lawaai van de A12 en van de spoorlijn enorm is toegenomen. En dat past niet bij een recreatiegebied. Dus kunnen de woningen net zo goed voor permanente bewoning in aanmerking komen. Tja.

Archief



Rubrieken