Eric Leltz  RSS feed    

Prijs eurokaartje toch omhoog

Zaterdag 17 januari 2009

bus van de valleilijn

De prijs van het euroretourtje in Ede zal met 50% worden verhoogd. Dit is al minder erg dan de aanvankelijk door busvervoerder Veolia voorgestelde verdubbeling maar het stemt mij toch tot ontevredenheid. Provinciale Staten is recent akkoord gegaan met deze verhoging. De aanvankelijke opstelling van de Statenleden dat de vervoerder zich gewoon aan de eerder gemaakte afspraken moet houden is in het heetst van de strijd toch losgelaten omdat “het niet wijzigen van het tarief geen oplossing biedt voor de financiële situatie van vervoerder”. Ja, dat zal wel maar nu blijft deze met dank aan Provinciale Staten en met overheidsgeld overeind. Verkapte staatsteun. Overigens vormen naast de loonkosten de energieprijzen de grootste kostenpost van een vervoerder. En juist die energieprijzen zijn gekelderd. Als desondanks de financiële situatie niet gezond is, is er wellicht iets fundamenteels fout in de bedrijfsvoering van Veolia. Dat los je niet op met het verhogen van de prijs van het eurokaartje. Dat zit dan veel dieper. En wat als een van de vervoerders die de gunning destijds niet heeft binnengehaald aangeeft dat deze met de nieuwe prijzen in het achterhoofd ook scherp had kunnen inschrijven? Ik hoop dat zo’n vervoerder op staat.

De provincie heeft zich gewoon onder druk laten zetten door het dreigement dat reizigers anders geconfronteerd worden met slecht openbaar vervoer. Maar wat zijn dan de afspraken in een concessie nog waard? Daar staat toch in wat de kwaliteit moet zijn. En tegen welke voorwaarden. Ongelooflijk dat de Statenleden zich zo hebben laten inpakken.

Als het er dus echt op aankomt, beschikken ze niet over een rechte rug. Maar ze hebben ook nog wat geleerd want zo schrijft het PvdA Statenlid mevrouw Cegerek "bij een volgende aanbesteding zullen we krachtig pleiten voor sluitende afspraken". Wat een naïviteit. En wat ga je er dan aan doen om tegen die tijd wel krachtig te zijn? Ik voorspel nu al dat de vervoerders dan hetzelfde spel spelen. Te laag inschrijven om binnen te komen en onderweg meer geld vragen. En de bestuurders, niet die van de bussen maar wel van de provincie, laten zich weer met de rug tegen de muur zetten. En dat met gemeenschapsgeld. Wat dat betreft is niets geleerd van de aanbesteding in de thuiszorg. 

Hulp bij het huishouden nog niet voor elkaar

Vrijdag 16 januari 2009

thuiszorg

Vorige week heeft mijn fractie aan de wethouder gevraagd naar het aantal edenaren die nog niet zijn ondergebracht bij een nieuwe zorgaanbieder. Dit in het kader van de afspraken over hulp in de huishouding voor 2009 waarbij de gemeente als verantwoordelijke, contracten is aangegaan met een aantal nieuwe zorgverleners. Op 23 december 2008 waren nog ongeveer 60 mensen niet ondergebracht bij een nieuwe (zorg)verlener van huishoudelijke hulp. Dat is veel en bovendien is het voor deze mensen onduidelijk waar ze na 1 januari op kunnen rekenen. De beantwoording van de vragen duurde zo lang dat ik begin deze week er nog maar een keer om gevraagd hebt en nu met de toevoeging dat mijn geduld op is. Dit soort informatie moet gewoon op 1 januari of zeker op de eerste werkdag van het jaar beschikbaar zijn. Woensdag kregen we dan uiteindelijk een memo hierover. Het was een kille en technische uiteenzetting waarbij je haast zou vergeten dat er ook gezichten achter de cijfertjes zitten. Alleen de opmerking dat “iedere niet geplaatste cliënt er één teveel is” gaf nog enige warmte aan. Al klinkt voor mij het woord “client” altijd wat afstandelijk.  

Voor de stand van zaken citeer ik uit het memo.

 

De resultaten van de overzetactie tot op heden zijn dat:

  • iets meer dan 200 cliënten zijn ondergebracht bij een andere zorgaanbieder;
  • 39 cliënten nog niet zijn ondergebracht bij een aanbieder;
  • 54 cliënten tijdelijk zijn ondergebracht bij hun oude aanbieder (Vilente en 1x DNZT);
  • 7 cliënten om diverse redenen naar een Persoons Gebonden Budget zijn overgestapt

Dus zijn er toch nog 39 mensen die geen hulp meer ontvangen. Jammer dat het memo geen antwoord geeft op de vragen: 

  1. Vanaf wanneer kunnen deze mensen wel zorg verwachten?
  2. Wat wordt in de tussentijd gedaan om het leed te verzachten?

Geen woord hierover in het memo. Moeten we hier dus ook maar weer achteraan.

  

Geplaatst in WMO | Er zijn geen reacties

Een curieuze reactie

Woensdag 14 januari 2009

digitale diensten

Op onze raadsvragen over de vertraging van het project van de publieke dienstverlening (zie mijn log van 8 januari 2009) kwam een reactie van Jos van Kroonenburg. Jos is voorzitter van de fractie van de PvdA en voorzitter van de  raadswerkgroep Publieke dienstverlening waar dit project onder valt.

Jos was zeer verbaasd over de raadsvragen want zo schrijft hij “ze zijn overduidelijk afkomstig uit de mededelingen van Frits Dreschler, de projectleider van het Programma Publieke Dienstverlening, aan de raadswerkgroep Publieke Dienstverlening d.d. 22 december 2008”. Dat klopt en een betere en betrouwbaardere bron hadden we dus niet kunnen vinden. Maar gaat hij verder “In die mededelingen van Frits wordt een gedetailleerd antwoord gegeven op jullie vragen”. Dat kan Jos wel vinden, maar we hebben raadsvragen gesteld en dan horen we gewoon antwoord te krijgen van het college. Maar onze raadsvragen zijn helemaal niet beantwoord in het memo. We weten dan wel dat er een financiële claim ligt bij de leverancier en ook dat de gemeente afscheid gaat nemen van de leverancier. En dan? Daarmee is de kous toch nog niet af? Het doel is om te komen tot digitale diensten. Vandaar onze vragen. Want we weten helemaal niet wanneer de edese inwoners en bedrijven nu wel kunnen starten met de beloofde publieke dienstverlening. En ook weten we niet wat de financiële gevolgen van deze vertraging zijn. Maar Jos is nog niet klaar want vervolgens gaat hij zijn eigen straatje schoonvegen door te stellen dat er in 2007 besloten is om een aparte raadswerkgroep in te stellen met vertegenwoordigers van alle partijen die tot doel heeft om de raad goed te informeren. Nou, dat is dus niet gedaan. De raad hoort geïnformeerd te worden door de voorzitter van de raadswerkgroep maar die heeft nooit een signaal afgegeven. Terwijl daar in de commissievergaderingen toch echt een apart agendapunt voor is. Wel heeft mijn partijgenoot Ap Dominicus, die namens GroenLinks/PE zitting heeft in genoemde raadswerkgroep, binnen mijn fractie melding gemaakt van de problemen. Daarop heb ik contact opgenomen met de GroenLinks fracties in de gemeenten die met dezelfde leverancier werken. Toen bleek dat men daar ook in de problemen zat wisten we voldoende. Op grond hiervan heb ik de zorgen bij GroenLinks/PE over de voortgang van het project van de publieke dienstverlening in december in het Presidium gemeld.

Jos eindigt zijn bericht overigens curieus. Hij schrijft: “De benadering, die jullie nu gekozen hebben, namelijk het stellen van openbare raadsvragen op basis van ambtelijke informatie, zal er mijns inziens toe leiden dat de betrokken ambtenaren in de toekomst minder bereid zullen zijn om openhartig informatie te verstrekken en het initiatief aan het college zullen laten”. Vreemd, want zegt hij nu eigenlijk dat we informatie die we van ambtenaren krijgen niet zomaar mogen gebruiken om zaken aan de kaak te stellen want anders houden de ambtenaren hun kennis voortaan misschien wel voor zich? En wat een lage dunk heeft Jos over ambtenaren om ze zo slecht voor te stellen. Hoe dan ook, als raadslid ben ik ook volksvertegenwoordiger. En dat betekent dat je zaken aan de kaak moet durven te stellen. Ook als ze in de gemeentelijke organisatie voorkomen. Dan past het niet om dit onder de pet te houden. Dat is een werkwijze waar de fractie van GroenLinks/PE zich van distantieert.

 

En weer de kredietcrisis

Dinsdag 13 januari 2009

in balans

 

Vandaag is door de fracties van Gemeentebelangen, D66 en GroenLinks/PE een serieuze brief over de kredietcrisis gestuurd waarin het college wordt aangespoord om snel met een visie te komen. Afgelopen vrijdag hebben we al aandacht gevraagd voor de kredietcrisis maar dat was meer ludiek naar aanleiding van de koddige brief van de PvdA die voor 99% een kopie was van een VVD brief, zelfs wat betreft de lay-out. Ik schreef toen al dat de ludieke brief ons wel verplicht om ook met een serieuze reactie te komen omdat de crisis daarvoor te ernstig is. Overigens werd de humor niet overal begrepen dan wel gewaardeerd, Maakt niet uit. Mijn visie is waar ernst is moet ook plaats zijn voor plezier. Die moeten juist in balans zijn. Anders zul je nooit alle mogelijkheden en kansen opmerken. Want waar bedreigingen zijn, zijn ook kansen. En ligt juist niet hier de oorzaak van de kredietcrisis? Te veel bedrijven hebben alleen gekeken naar het financiële aspect. Andere aspecten als het personeel, de klant en innovatie kregen onvoldoende aandacht. Gestreefd werd naar winstmaximalisatie en daarmee werden noodzakelijk investeringen in genoemde andere aspecten achterwege gelaten. Korte termijn denken versus lange termijn denken dus.

 

Archief



Rubrieken