Eric Leltz  RSS feed    

Communiceren moet je leren

Maandag 14 september 2009

\ eric leltz

Afgelopen dinsdag verscheen het rapport “Eigenheid of eigenzinnigheid” over de mate van radicalisering in Ede. Met een persconferentie inclusief persberichten heeft het college de onderzoeksresultaten kenbaar gemaakt. En dit is overgekomen want op woensdag stond er het een en ander over te lezen in de pers. Dagblad Trouw kopte zelfs enigszins ongenuanceerd “Ede leeft op voet van oorlog”. Ietwat koddig ontvingen we een paar dagen later een mail met excuus van de journalist. Maar waar het natuurlijk over de inhoud van het rapport moet gaan is door de amateuristische wijze van communiceren de aandacht verlegd naar de communicatie over het rapport. Inmiddels zijn hier ook al raadsvragen over gesteld. Ik schrijf met opzet amateuristisch omdat de Raad, notabene het hoogste orgaan van de gemeente, niet tijdig is ingelicht. Een aantal raadsleden werd woensdag gebeld door journalisten over de onderzoeksresultaten en voelden zich overvallen. Ze wisten niet dat het rapport een dag eerder was verschenen laat staan dat ze het rapport gelezen hadden om een afgewogen oordeel te vellen. En zoals de Raad overvallen is zo geldt het ook voor de maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de rapportage. Zo wist de Marokkaanse gemeenschap van niets. Net als de politie. Een hele slechte beurt van het college.

Helaas staat dit niet op zichzelf. Dit blijkt wel uit de opmerkingen die in de laatste raadsvergadering zijn gemaakt over het communiceren van de gemeente. Ik heb toen bijvoorbeeld gezegd dat de gemeentelijke organisatie moet leren om van buiten naar binnen te kijken. Dus hoe kijkt de klant zoals bijvoorbeeld de inwoners of de ondernemers naar de gemeente? Dan komt het aan op het effectief inrichten van de organisatie en veel minder op het efficiënt inrichten van de organisatie. Helaas voert het laatste veelal de boventoon. En niet alleen bij de gemeentelijke organisatie. Dit zorgt voor een naar binnen gerichte houding. Een van de eerste lessen in de communicatieleer is kijken wie de belanghebbenden zijn om de boodschap op deze doelgroepen te kunnen afstemmen.

Dat door de gemeente zeker op dit vlak nog veel moet worden geleerd blijkt ook uit de toestanden bij het creëren van parkeerruimte bij “de witte Hinde”. Bij dit appartementencomplex wordt als het aan het college ligt de achtertuin betegeld zodat dit kan dienen als parkeerplaats. In plaats van dit eerst te overleggen met de bewoners moesten zij dit uit de krant lezen. Treurig natuurlijk. Is het dan vreemd dat de inwoners zich afkeren tegen de gemeente en de politiek omdat er geen vertrouwensband is?

    

Wie goed doet, goed ontmoet

Zondag 06 september 2009

eric leltz

Afgelopen week spraken we in de commissie vergadering over de wachtgeldregeling voor ex raadsleden. In de ogen van D66 en GroenLinks/Progressief Ede is dit een misplaatste en overbodige en regeling.

Misplaatst omdat in deze tijd van crisis ook voor raadsleden enige soberheid past. Als middel tegen de kredietcrisis is het natuurlijk maar een druppel op een gloeiende plaat. Het gaat immers in totaal om 15.000 euro per jaar. “Waar heb je het over” werd dan ook door de Christen Unie gezegd. Maar voor veel mensen en organisaties is dat toch een groot bedrag. Dus om daar nu zo smalend over te doen. Voor de fractie van het CDA is het juist wel een substantieel bedrag. Zij gaven aan dat met het afschaffen van de regeling wel eens moeilijk zou kunnen worden om aan nieuwe raadsleden te komen. Met de regeling kun je aankomende raadsleden over de streep trekken. Bizar als je er bij stil staat. Welk serieus aankomend raadslid vraagt naar wat er te vangen valt na afloop van de raadsperiode?

Overbodig is de regeling omdat het afbreukrisico voor raadsleden gering is. In tegenstelling tot openbare bestuurders als ministers en wethouders is het raadslidmaatschap een deeltijd baan en zijn raadsleden er vrij zeker van dat ze de raadsperiode van 4 jaar uitzitten. Als je in de raad stapt weet je ook dat dit voor 4 jaar is. Langer duurt het niet want dan staan weer nieuwe verkiezingen voor de deur: nieuwe ronde, nieuwe kansen. En omdat het om een deeltijd baan gaat, hoef je dus ook je baan niet op te geven.

De regeling gaat er over dat een raadslid een beroep kan doen op de wachtgeldregeling na de raadsperiode. Als het nu om een opvang tijdens de raadsperiode gaat wil ik dat nog wel als wisselgeld inleveren. Maar na de raadsperiode! Vrijwel alle fracties waren tegen het afschaffen van de regeling. En allerlei bezwaren passeerden de revue. Hoe zit het in dit geval? En in dat geval? Allemaal individuele gevallen. Ook klopte de naamgeving “wachtgeldregeling” van het voorstel niet want …. Ik heb al niet onthouden waarom want als het daar echt omgaat dan passen we toch gewoon de naamgeving aan. Ik zie het allemaal als het optrekken van een rookgordijn om te kunnen zeggen dat zolang nog niet alle vragen zijn beantwoord geen uitspraak kan worden gedaan. Vluchten dus.

Belangrijker is natuurlijk dat we met het afschaffen van de regeling het signaal afgeven dat wij ook bereid zijn om in te leveren. Ook al is het niet veel en misschien gemakkelijk, we doen het toch maar. Het gaat natuurlijk om de strekking van het voorstel en als je daar in gelooft dan heb je geen antwoorden op vragen nodig. Juist door te vragen hoe het zit in dit geval of in dat geval geef je aan je eigen belang maar moeilijk los te kunnen laten. En natuurlijk ga je er op achteruit als je instemt met de regeling.

Met het vasthouden aan de regeling geven de fracties aan dat ze goed voor zichzelf zorgen. Zoals het spreekwoord zegt “Wie goed doet, goed ontmoet”. Maar geldt dat ook als je goed voor jezelf zorgt?

  

Archief



Rubrieken